<

Spiegel

showcase item

 



Spiegel

In de hal op marmerblad
de witte lelies voor een spiegel.
Oneven aantal altijd weer
verdubbeld tot de volheid
van een bloeiende illusie

Ze staan er even ongemoeid
gelaten als het dalend water
waaruit ze leefkracht halen.
Bij avondval verspreiden ze hun geur,
elk etmaal sterker, zwaarder.

Alsof ze zich verzetten, vanavond al,
doordringen ze de huisbewoner
en zijn late gast van het moment
dat nu eens afscheid nemen,
dan weer doodgaan heet.

Geen waan, geen langgerekt
vertoeven. Wie het eind
eenmaal beseft -
geen werkwoord kan hem helpen,
geen voegwoord sluit zich aan.

Daar staan ze. Morgen
zijn ze ijler, waas
die niet meer wit is,
vochtig. De kelken druppen
tot ze leeg zijn. En breken.